Historiek kasteel

Een rijke historie voor een bloeiende toekomst

De historiek van het kasteel van Ingelmunster leest als een roman. Het kasteel, dat zich in het centrum van het West-Vlaamse Ingelmunster bevindt, werd opgetrokken uit de ruïnes van een klooster uit de zevende eeuw. Dit klooster werd gebouwd door Sint Amandus van Nantes, een missiebisschop, die later heilig werd verklaard door de rooms-katholieke kerk. Ook vandaag de dag beschikt hij nog altijd over zijn eigen naamdag, namelijk op 6 februari.

In 740 zou het klooster bewoond zijn geweest door Engels monniken, die het hun naam zouden hebben gegeven, luidend Anglo Monaterum, Engelmunster of Ingelmunster, wat betekende “Klooster van de Engelen”.

In het jaar 855 viel het klooster ten prooi aan de Normandiërs, de gevreesde heersers van de zee. Deze plunderde het klooster en staken het in brand.

Van het “Klooster van de Engelen”bleef niet veel meer dan een ruïne over.

De eerste Vlaamse vorst die zich politiek vestigde in West-Vlaanderen, was Robrecht 1 de fries, de tiende graaf van Vlaanderen. Zijn heerschap liep van 1071 tot 1093 en hij liet het versterkt kasteel op de lokatie van de ruïnes bouwen. De ligging van Ingelmunster, op de drempel van West-Vlaanderen en langs de waterloop die de krijgsweg tussen Kortrijk en Brugge doorkruiste, was van zo’n strategisch belang dat het de “Sleutel van Vlaanderen” werd genoemd. Het kasteel van Ingelmunster, wat in die tijd nog een waar “slot”was, bood de “sleutel” tot het “openen” van een tactische overhandspositie.

Het is bekend dat Filips de Schone, Koning van Frankrijk en de machtigste vorst van die tijd,in het jaar 1297 op het kasteel zijn intrek nam. Hij probeerde Vlaanderen te bezetten en dat was hem reeds voor een deel gelukt, maar werd hierin tegen gewerkt door Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen. Filips de Schone nam zijn dochter gevangen, nam Kortrijk in en sloeg kamp op.De schepen van Brugge vreesde dat bij een verovering van Brugge de relieken , met name het riliekschrijn van het Heilig Bloed, zouden worden weg gevoerd of vernietigd, daarom besloten zij Filips de Schone de sleutel van de stad te overhandigen en hij zou in ruil de stad en haar relieken sparen voor een geweldadige inname.

De overhandiging van de oorkonde met de belofte Brugge te sparen vond plaats in Ingelmunster, daar de kasteelheer een trouwe aanhanger was van de Graaf van Vlaanderen. Op die manier demonstreerde Filips de Schone zijn machtspositie.

Van de jaren 1384 tot 1580 is geweten dat het kasteel in handen was van de familie’s Bourgondi en Van Kleef. De familienamen die van hieruit, door middel van opvolging of erflating, volgen zijn het Huis van Nassau, van Bade, van Bourbon Vendrôme en het Koninklijke Huis van Frankrijk. Elk van deze familie’s drukte zijn eigen stempel op het kasteel door verbouwings of verfraaiïngs werkzaamheden.

Op 10 mei 1580 vond de “Slag van Ingelmunster”plaats met als, ogenschijnlijke, hoofdprijs het kasteel van Ingelmunster, dat in deze tijd in eigendom was van de Hertogen van Cleves Nevers, die aan het Hof van Frankrijk leefde en hun slot in Vlaanderen verwaarloosden. De beruchte calvinistische leider Francois de la Noue trad in dienst van de Vlaamse gewesten en kreeg de titel kampmaarschalk. Hij wende voor het kasteel van Ingelmunster te gaan belegeren, maar verliet vervolgens in het geheim met een kleine groep eliteruiters zijn leger om Rijsel binnen te vallen. De rest van het leger, onder leiding van heer de Marquette, trok op naar Ingelmunster. De markies van Roubaixdie, die onder het bevel van de Spaanse koning lag, kreeg lucht van deze krijgslist en hield zich paraat met 15 cavalerie-eenheden. De la Noue vernam het falen van zijn plan en keerde terug naar Ingelmunster, maar de markies van Roubaix nam een kortere route en wist op die manier De la Noue en zijn leger te treffen in Ingelmunster. Na een korte maar hevige veldslag sloegen de jonge soldaten van de Vlaamse gewesten op de vlucht en werd kampmaarschalk Francois de la Noue krijgsgevangene gemaakt.

Drie jaar na deze slag veranderde de historische vesting defenitief van eigenaar en ze kwam in het bezit van Otto de Plotho.

Kolonel Otto de Plotho trok zich in 1586 terug uit het krijgsleven waar in hij dienst had verleend aan de Franse Kroon. Zijn kasteel van Ingelmunster was een typische voorbeeld van een middeleeuwse plattelandsburcht, een vierkant grondplan, een toren op iedere hoek en omringd door slotgrachten. In de 16de eeuw werden er grotere ramen in het kasteel geplaatst en hiermee werd de “Sleutel van Vlaanderen” zowel landelijke herenwoonstede als slot.

Otto de Plotho moest voor zijn zaken naar Duitsland en deed daarom een beroep op zijn neef, Sir Gaspard en vroeg hem zijn intrek te nemen in het kasteel. Sir Gaspard instaleerde zich in 1588 en moest er het kasteel beschermen tegen de rebellen en plunderaars die in die tijd het land afschuimden. Ook nam hij het op zich de angstige en opgejaagde bevolking te beschermen. Gaspard de Plotho raakte met hart en ziel verbonden aan het kasteel van Ingelmunster en op 21 juni 1594,bij zijn terugkeer, schonk Otto de Plotho het kasteel aan zijn neef omwille van zijn trouw en bewezen diensten. Op 18 juli 1605 overleed Sir Gaspard en in de jaren die volgden werden er,door de opvolging binnen de familie de Plotho, verschillende verfraaiïngs werken uitgevoerd. De rondgang verdween, de torens hun kantelen en kregen koepels. De gevels langs de binnenplaats werden versierd met zuilen en ornamenten. Het kasteel werd nog verscheidene malen belegerd en toen het in 1695 met kannonen werd beschoten, was het zo goed als een ruïne geworden. Maar de “Sleutel van Vlaanderen”zou uit zijn as herrijzen.

Het fronton van het middengedeelte bedraagt van het jaartal 1736. Baron Charles de Plotho liet de fraaie éénbogige brug die toegang tot het kasteel verleent, bouwen.

De Franse opstandelingen die meester waren geworden van West-Vlaanderen aan de hand van de Franse revolutie, legde de geëmigreerde eigenaar van het kasteel een belasting op van 250.000 ponden, die binnen de acht dagen betaald moest worden. Zodra de baron de Plotho zich niet op het kasteel bevond, drong de republikeinse administratie het kasteel binnen om goederen in beslag te nemen om ze vervolgens openbaar te willen verkopen. De inwoners van Ingelmunster trokken echter partij voor de familie van hun vroegere heren en hun dreigende houding deed alle vreemde kopers vlug op hun stappen terug keren.

Charles, de laatste heer de Plotho, overleed in Parijs op 14 juni 1757 en stelde Carles Alberic Clément Descantons de Montblanc aan als zijn opvolger.

Baron Ferdinant de Plotho, Charles’s broer, gaf te kennen dat het zijn nadrukkelijke wens was dat Charles Descantons de Montblanc zijn naam en titel zou overnemen en zo de lijn van de familie zou worden voortgezet. Per notariële akte werd op 12 februari 1838 wettelijk bevestigd dat Charles van toen af “Baron de Plotho d’Ingelmunster” genoemd zou worden, dit werd door de dorpelingen op uitbundige wijze begroet en een groot feest werd gegeven.

Vlaanderen werd getroffen door een dubbele plaag van nijverheidscrisis en van hongersnood. Het Kasteel werd opnieuw een toevluchtsoord voor hulpzoekende.

Er werden keukens en ovens geïnstaleerd om maaltijden te bereiden voor de bevolking. Deze keukens werden later omgebouwd om er de tapijtweverij onder te brengen, waar Ingelmunster zelfs vandaag de dag nog om gekend is.

Baron de Plotho d’Ingelmunster overleed 30 juli 1861, zijn zoon, graaf Carles ferdinand Descantons de Montblanc, volgde hem op in het jaar 1888.

Hij was een geleerde, bekende scheikundige, ontdekkingsreiziger en taalkundige met een grote kennis van de Oosterse talen. “Het Land van de Rijzende Zon”,dat in die tijden uit zijn eeuwen oude afzondering trad, vond in graaf Descantons de Montblanc zijn eerste consul-generaal. Hij stierf in 1893 en het kasteel van Ingelmunster verviel aan zijn broer, Alberic, die senator was en lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Hij overleed in 1914.

Zijn broer, graaf Ernest, volgde hem op en nam het op zich het kasteel en de dorpelingen te verdedigen tegen de bezetters. Ingelmunster werd op 14 oktober 1914 ingenomen door het Duitse leger. Omwille van haar strategische ligging speelde de gemeente en het kasteel een belangrijke rol bij de opslag en het aanleveren van goederen en munitie. De bevoorrading gebeurde zowel via het spoor als via het kanaal. In het kasteel werden de hoge militairen ondergebracht en de graaf en de gravin kregen een paar kamers toegewezen. De gravin de Montblanc deed zoveel voor de plaatselijke bevolking dat de Duitsers in 1917 het vertrek van de kasteelheren eisten. “Hun invloed op de bovolking was bijzonder schadelijk voor de Duitse belangen”,luide de geschreven orders tot uitdrijving. Ondanks de maatregelen die de Duitsers hadden getroffen om te vermijden dat de bevolking het afvoeren van de graaf en de gravin zouden kunnen waarnemen, slaagde de bevolking er in om buiten Ingelmunster langs de spoorweg te staan, om daar de graaf en de gravin toe te juichen bij het voorbij rijden van de trein die hen naar Brussel bracht.

Op 14 oktober 1918 zetten de Belgische en Franse soldaten de aanval in. Drie dagen lang boden de Duitsers sterk weerstand. De avond van de 16de trokken de Fransen Ingelmunster binnen, waarbij het gevecht in alle hevigheid losbarste. Donderdag 17 oktober werd alles stil, de oorlog was voorbij. Op 29 september werd het monument op het kerkplein onthuld ter nagedachtenis aan alle Ingelmunsterse slachtoffers van de oorlog.

Na de oorlog moest het kasteel worden hersteld van de schade, opgelopen gedurende de bezetting van vier jaar.

In 1925, werd de herrijzenis van het kasteel bekroond door het huwelijk van de jongste dochter van graaf Ernest, Berthe.

Na de dood van gaaf Ernest de Montblanc in 1925, zette graaf Jacques de Montblanc de traditie van het huis voort en een duidelijke verbetering in modern comfort werd gerealiseerd.

De oorlog van 1940-1945 had minder grip op het kasteel, aangezien het toen als beschermd domein was uitgeroepen en als dusdanig niet werd bezet.

Bij het huwelijk van de dochter van graaf Jacques de Montblanc werd een groot feest en een historische optocht georganiseerd, volksvermaken en een volksbal onder de bomen van het prachtige park van het kasteel van Ingelmunster.

In 1964 viel hem de eer ten deel Koning Boudewijn en Koningin Fabiola in zijn kasteel te mochen ontvangen. Hij stierf in 1970 het kasteel nalatend aan zijn kinderen.

In 1986 werd het kasteel en haar park aangekocht door de gebroeders Van Honsebrouck. Meneer Marc Van Honsebrouck nam, samen met zijn gezin, intrek in het kasteel.

Na renovatiewerken te hebben verricht, sloeg het noodlot toe. Op 20 september 2001 om 01.45 s’nachts brak brand uit.

Gelukkig wisten meneer Marc en zijn gezin te ontkomen, maar de voledige linkervleugel, zowel de begane grond als de bovenverdieping, brandde volledig uit.

Hoewel de brandweer zeer snel ter plaatse was, zijn er vele kunstwerken,van onschatbare waarde, verloren gegaan in de brand. Ook het gebouw kreeg het zwaar te verduren, maar het vakmansschap van de brandweerlieden heeft de alles verslindende vlammen weten te stoppen.

Het verdriet om deze verschrikkelijke gebeurtenis was tot ver buiten de grenzen van het kasteeldomein voelbaar.

Meneer Marc Van Honsebrouk besloot in 2012 de zorgen voor het kasteel volledig op zich te nemen en kocht zijn broer uit. Het kasteel dat na de brand enkel opnieuw

wind-en waterdicht was gemaakt, toonde zich nog steeds als een gewond dier.

Het kasteel nieuw leven inblazen en het in ere herstellen was wat Meneer Marc voor ogen had toen hij aan de renovaties begon.

Met de beste vaklui die hij kon vinden en met de gedrevenheid van een jongeling , startte hij de werken op 81 jarige leeftijd.

En om zijn eigen woorden aan te halen”wie stopt met plannen maken, stopt met leven”.

Het resultaat van de afgelopen jaren zijn de prachtige zalen die opnieuw stralen. Het kasteel zal altijd een project in ontwikkeling blijven en onder een zorgzame en liefhebbende hand zal haar schoonheid enkel groeien.

Bakstenen die om liefde vragen..