Dirk Braeckman

Nadat een zware brand in 2001 een groot deel van het bijzondere kasteel van Ingelmunster verwoestte, besloten de kasteelheer en zijn familie een grondige restauratie van het gebouw te laten uitvoeren en het kasteel in ere te herstellen. Kunstenaar Dirk Braeckman werd uitgenodigd om een kunstintegratie te doen in het salon op de gelijkvloerse verdieping. De ruimte van het salon overleefde gedeeltelijk de brand, maar de prachtige tapijten die de wanden sierden, gingen helaas in vlammen op. Precies op deze plekken, integraal deel uitmakend van de structuur van het salon, besloot Braeckman zijn foto’s aan te brengen.

Voor deze integratie greep de kunstenaar terug naar een opdracht voor het Paleis voor Schone Kunsten in 2013, waarbij hij werd uitgenodigd om een interventie te doen in het seizoensprogramma van Bozar. Braeckmans keuze viel op de Franse schilder Antointe Watteau, een kunstenaar die in zijn ogen op een gelijkaardige manier aan het werk was als hijzelf, maar dan in een tijd waarin fotografie nog niet bestond. Watteau construeerde zijn schilderijen op basis van vele tekeningen die hij maakte en later recycleerde tot fictieve taferelen. Deze vorm van collage dreef ook Braeckman om op zoek te gaan naar de werken van Watteau die ontbraken in de tentoonstelling in Bozar. De ‘afwezige’ schilderijen legde hij vast om zelf nieuwe beelden te construeren.
De beelden die Braeckman selecteerde voor deze integratie in Ingelmunster zijn het resultaat van een reeks opnames die hij maakte van deze meesterwerken uit collecties wereldwijd. De kunstenaar fotografeerde verschillende fragmenten en details. Niet enkel het verhalende aspect wilde hij capteren, ook het spel van licht dat valt op de delicate schilderijen boeide hem. De verfstreken van Watteau komen als het ware weer tot leven.

Het grootste deel van de beelden die Braeckman verzamelde voor het salon zijn fragmenten uit Watteau’s ‘Les Plaisirs du bal’ (c. 1717), een topstuk uit de collectie van de Dulwich Picture Gallery in Londen. In dit werk verbeeldt de schilder op typerende wijze liefdesscènes met jonge koppels die, dromend van een gelukkig bestaan, elkaar het hof maken met muziek, dans en poëzie. Braeckman koos dit werk uit vanwege de passende context van het kasteel en de feestelijke omgeving. Hij herschikte de figuren en de lichtvoetige scènes tot een suggestief liefdesverhaal in een volledig nieuw beeld.

De monumentale foto’s, gedrukt op hoogwaardig Japans papier, werden rechtstreeks gekleefd op de naakte muren, precies in de structuur van de wanden waar oorspronkelijk de tapijten hingen. Door de grijstinten krijgt het geheel een bijzondere, bijna mysterieuze atmosfeer. De integratie getuigt van een zeker bewustzijn ten opzichte van de rijke geschiedenis van het kasteel, het spijtige verlies van het prachtige erfgoed maar ook de gekoesterde herinnering en een blik op de toekomst.